Nederlands Insituut van Psychologen
Proefschrift
Nieuwsbrief Ouderenpsychologie maart 2020
 
 
Over het proefschrift van Claudia Smeets:
Behandelen van probleemgedrag met psychofarmaca - 
Correct voorschrijven in perspectief gezet
Een medische studie, wat heb ik daar als psycholoog aan? Als psycholoog wil je natuurlijk het liefst dat er geen psychofarmaca voorgeschreven worden, maar als het dan toch gebeurt, moet dat weloverwogen zijn. Dit soort studies dragen daaraan bij. Om mee te kunnen praten over verantwoord voorschrijven is het handig om op de hoogte te zijn.

De studie laat zich goed samenvatten vanuit twee van de bij het proefschrift gevoegde stellingen:

- De beslissing of patiënten wel of geen psychofarmaca krijgen, is de complexe resultante van alle wat belanghebbenden voelen en vinden, weten en kunnen en de kwaliteit van hun communicatie en samenwerking, binnen de gegeven randvoorwaarden.
- Bij het beoordelen van effectiviteit van medicatie op een bepaald symptoom, is het essentieel stil te staan bij de vraag of het middel wel getest is op een populatie die het symptoom zelf ook had.

Bij beide punten zou je ook psychologische interventies kunnen invullen, in plaats van de medicatie.

De eerste stelling heeft te maken met het raamwerk dat de onderzoekers voorstellen om het voorschrijven van psychofarmaca te verklaren. Dit raamwerk werd gevormd vanuit interviews met specialist ouderengeneeskunde (sog) en verzorgenden. Uit deze interviews bleek dat er vier factoren meespelen bij voorschrijven van psychofarmaca. Houding en belangen, kennis en kunde, communicatie en samenwerking, mogelijkheden en beperkingen. Alle vier de factoren gaan zowel over psychofarmaca als probleemgedrag. Bij onderzoek waarop de factoren geoperationaliseerd werden middels vragenlijsten over bijvoorbeeld stress door probleemgedrag (NPI-Q, emotionele stress schaal) of houding ten opzichte van dementie (ADQ, Approaches to dementia Questionaire) bleek dat alleen stress door probleemgedrag en de beschikbaarheid van de sog significant bijdroegen aan het voorschrijven van psychofarmaca. Daarnaast droegen patiënt gebonden factoren zoals ernst van het probleemgedrag bij aan het verklaren van het voorschrijven van psychofarmaca. Een mogelijke verklaring kan zijn dat de vier factoren niet een op een vertaald kunnen worden naar vragenlijsten.

Een ander deel van het proefschrift is een meta-analyse over eerdere reviews over de effectiviteit van psychofarmaca bij agitatie en psychose bij dementie. Onderzoeken met strikte omschrijvingen van de patiënten (agitatie of psychose aanwezig) en meetinstrumenten die bedoeld waren om dit te meten, werden vergeleken met onderzoeken met patiënten met algemeen probleem gedrag of meetinstrumenten die breed probleemgedrag maten. Hieruit bleek dat de effectiviteit van psychofarmaca vertekend werd door het niet kiezen van een specifieke patiënten groep of meetinstrument. Klassieke antipsychotica werden hierdoor onderschat en nieuwere “atypische” overschat. Los daarvan bleef de effectiviteit van psychofarmaca op agitatie en psychose bij dementie (zeer) klein.

Als laatste werd onderzocht of een medicatie review met apotheker, sog en een verzorgende effect had op het voorschrijven van psychofarmaca. Dit bleek wel tot beter voorschrijven te leiden (eerder onderzoek) maar als er gekeken werd naar het effect op de mate van voorschrijven werd bij de interventiegroep juist een toename gezien van psychofarmaca en bij de controlegroep een afname. Een verklaring kan zijn dat de studie zich slechts beperkte tot methodisch voorschrijven en veel andere factoren die van invloed zijn op voorschrijven achterwege liet. Het feit dat onderzoeken die kiezen voor een bredere aanpak wel resultaat hebben op de mate van voorschrijven ondersteunt dit.

Het proefschrift is zeer pittig om te lezen. Wie niet sterk is in statistiek en methoden, maar toch een goede indruk wil krijgen van het proefschrift komt een heel eind met de stellingen, algemene discussie en de (publieks)samenvatting. Leuk is dat er bij elk hoofdstuk citaten uit de interviews zijn toegevoegd. Deze geven een mooi beeld van denkbeelden bij vraag naar of voorschrijven van psychofarmaca.

Voor psychologen geeft het proefschrift ook aanknopingspunten waar wij van invloed kunnen zijn op het voorschrijfgedrag. Zo kunnen wij bijdragen aan een open cultuur waarin denkbeelden over probleemgedrag en psychofarmaca besproken worden. Helpen bij het analyseren van waar het probleem ligt waarvoor medicatie wordt gevraagd en het aandragen van alternatieven. We kunnen alert zijn op het ontstaan van probleemgedrag en zo overbelasting en hierop volgend medicatie voorkomen. En we kunnen bijdragen aan de kennis over de oorzaken en oplossingen van probleemgedrag. Het klinkt als ons dagelijks werk, maar gezien de grote verschillen in mate van voorschrijven tussen verpleeghuizen en afdelingen die in het onderzoek gevonden werd, is er altijd ruimte voor verbetering.
Lees het proefschrift van Claudia Smeets  
+31 30 820 15 00  |  info@psynip.nl  |  www.psynip.nl  |  © 2024 NIP
Volg ons:
Facebook   Twitter   Linkedin
...